Docent: Hans Oosterhoff
Individuele lessen voor beginners: 20 minuten tarief
Duoles voor beginners (2 leerlingen krijgen samen 30 minuten les): 15 minuten tarief
De hobo is een houten blaasinstrument en heeft zilveren kleppen. Je blaast op een dubbelriet dat in de hobo zit. De droevige of dramatische scènes in een film worden vaak gespeeld door de hobo. De hobo wordt dan ook veel gebruikt in filmmuziek, vooral in Disneyfilms. Het geluid van de hobo is zangerig en doordringend en speelt in op je gevoel. Naast filmmuziek kun je met een hobo ook klassieke muziek, pop en jazz spelen. Als je begint met de hobolessen kun je het beste een instrument huren.
Hafabra-les: Liefhebbers van harmonie-, fanfare- of brassbandmuziek kunnen lessen volgen namens de plaatselijke muziekvereniging. De vereniging zorgt voor het instrument. Bij deze lessen beginnen de leerlingen in groepjes.
Tot en met het B-examen zijn de lessen in het algemeen 15 minuten per leerling. Daarna wordt de lestijd uitgebreid tot 20 minuten per leerling. Het laatste jaar voor het D-examen ontvangen de leerlingen 30 minuten les per week.
Aan Opus 3 wordt namens de korpsen op de volgende instrumenten lesgegeven:
dwarsfluit, hobo, klarinet, saxofoon,
alle koperblaasinstrumenten, slagwerk.
Meer informatie:
De hobo is een bijzonder muziekinstrument. Bijzonder, omdat niet zoveel mensen dit instrument bespelen. Bijzonder, vanwege de kenmerkende zangerige, doordringende en tegelijk breekbare klank. Wie hobo speelt heeft iets unieks in handen. Je zult vaak gevraagd worden, of in de gelegenheid zijn, om met anderen samen te spelen. Bijvoorbeeld in een harmonie orkest, een symfonie orkest, een blaaskwintet of met de piano.
De klank van de hobo:
Veel kinderen, die de hobo voor het eerst horen, moeten denken aan “slangenbezweerders” muziek. Het instrument van de slangenbezweerder uit India is inderdaad een hobo-achtige: De klank wordt gemaakt door op een dubbel-riet te blazen. De hobo heeft nog veel meer familie: voorgangers die al duizenden jaren bestaan, over de hele wereld. Behalve in Indiase muziek hoor je de hobo onder andere in Arabische en Chinese muziek. Ook in Schotland woont familie: de doedelzak. Het dubbelriet bestaat uit twee op elkaar gebonden rietblaadjes die gaan trillen als je er doorheen blaast. Een grassprietje tussen twee duimen gehouden, of een omgevouwen flippo, geven hetzelfde scherpe geluid. In de wijd uitlopende buis van de hobo wordt dat geluid versterkt tot een mooie, doordringende, zangerige klank, die zowel droefgeestig als vrolijk en schertsend kan klinken.
Het riet:
De hoboïst maakt in principe zijn of haar eigen riet. Een kort stukje gedroogd bamboe. Hoewel rieten ook wel te koop zijn, is het goed dat elke hoboïst leert het eigen riet te bewerken, om het aan te kunnen passen aan zijn of haar eigen hobo, eigen mondstand en eigen klankideaal. Het leuke ervan is dat je zo zelf een stukje van je eigen muziekinstrument maakt.
De hobo en zijn geschiedenis:
Hoboachtige instrumenten bestaan al enkele duizenden jaren. Tegen het einde van de Middeleeuwen duiken ze ook in Europa op. De hobo is in de 17 e eeuw ontstaan uit de schalmei. In deze tijd was er namelijk vraag naar een schalmei-achtig instrument om binnenshuis te gebruiken (schalmeien waren ontworpen om buiten op te spelen). Later kreeg de hobo enkele kleppen maar het duurde nog tot het eind van de 19 e eeuw voordat de hobo zijn uiterlijk krijgt zoals we die nu kennen. De klank van de hobo is doordringend en nasaal. De eerste hobo’s werden waarschijnlijk gemaakt door de Franse familie Hotteterre. Deze familie van instrumentmakers maakten meerdere houten blaasinstrumenten: (blok)fluiten, fagotten en ook hobo’s. De eerste hobo’s werden gebruikt door musici aan het hof van Lodewijk XIV.
Belangrijk bij de hobo is het zogenaamde dubbelriet . Een kort stukje gedroogd bamboe wordt in drieën gesplitst (a); vervolgens wordt één stukje op de juiste afmetingen gesneden, en dubbel gebogen (b); daarna worden ze op een metalen stop gebonden (c); tenslotte wordt de top erafgesneden. De afzonderlijke bladen worden dan geschraapt tot ze heel erg dun zijn, zodat ze kunnen trillen (d)
In de 18e eeuw ontstonden hobo’s van verschillende afmetingen, o.a. de althobo.
Deze is groter en heeft in tegenstelling tot de hobo een peervormig uiteinde. De althobo wordt ook wel Engelse hoorn genoemd, hoewel het instrument niets met de hoorn te maken heeft. Het heeft een droefgeestige klank en onderscheidt zich duidelijk van die van andere instrumenten. Helemaal links een afbeelding van een hobo, daarnaast een althobo.
Minder bekende hobotypen zijn de oboe d’amore, oboe da caccia en baritonhobo. De oboe d’amore is een kruising tussen de hobo en de althobo. De oboe da caccia is waarschijnlijk de voorouder van de althobo. In muziek van de componist Bach komen deze instrumenten af en toe voor. De baritonhobo klinkt één octaaf lager dan de hobo. Hij wordt nauwelijks gebruikt.
Een instrument dat erg verwant is aan de hobo is de heckelfoon , uitgevonden in 1904 door Wilhelm Heckel (die o.a. bekend is geworden door de Heckel-fagotten). Het instrument lijkt op de baritonhobo maar heeft een wijdere boring. Het riet dat gebruikt wordt is een soort klein fagotriet. Het geluid is wat helderder dan dat van de baritonhobo. Rechts twee afbeeldingen van resp. een baritonhobo en een heckelfoon (niet in verhouding tot de hobo en althobo).
Tips:
Voor beginnende leerlingen zijn er hobo’s te huur bij de firma Nijhof Muziek in Zwolle, of Hoboatelier v.d. Heide in Haarlem. Hierdoor is een beginner in staat uit te proberen of de hobo inderdaad het instrument van zijn of haar keuze is.
Bij aanschaf van een nieuwe hobo altijd even overleggen met de docent, om de geschiktheid van de aangeboden instrumenten en de keuzemogelijkheden betreffende de verhouding prijsklasse en kwaliteit op een rijtje te zetten.
-Nieuwe rieten zijn verkrijgbaar bij de docent. Deze werkt ze dan op de leerling toegesneden af. Een nieuw riet kost momenteel € 8,00. Bij schade aan een riet altijd bijtijds bellen met de hobodocent, zodat deze in de gelegenheid is voor de volgende les een riet af te werken.
Rieten nooit in de hobo laten zitten als deze even neergelegd (of gezet) wordt.
Onderhoud: De hobo moet elke keer na het spelen schoon gemaakt worden: er zit altijd vocht in dat polsters kan aantasten en vuil vasthoudt, waardoor gaatjes verstopt raken. Leg de hobo niet op de kop neer: het vocht stroomt dan in de toongaten van de hobo.
Vervoer van de hobo het liefst op de rug en niet op een rammelende bagagedrager: asjes en stelschroefjes kunnen dan door de trillingen los gaan zitten.
Speel elke dag. Behalve dat dit natuurlijk belangrijk is voor het stap voor stap onder de knie krijgen van het instrument, is het beter voor het ontwikkelen en behoud van een goede embouchure (lipspanning). De lipspieren moeten goed getraind blijven. Als je een paar dagen niet speelt voel je al dat je de grip op het riet verliest.
Gebruik de vakanties dan om de op gebrachte discipline te laten varen: ook dit komt het studeren ten goede.
Handige links:
http://www.IDRS.org
de website van de International Double Reed Society
http://www.hoboatelier.nl
de website van Nijhof Muziek in Zwolle
http://www.oboe.nl
de website van hoboatelier van der Heide in Haarlem
http://www.instrumentenweb.com
Er is momenteel geen Nederlandse organisatie voor dubbelriet instrumenten. Het blad Scrapes voor dubbelrietinstrumentalisten bestaat sinds kort ook niet meer.
Websites:
Met informatie over de hobo zijn veelal persoonlijke sites, te vinden via Google onder Hobo in het Nederlands: ( engelstalige websites onder het zoekwoord “Hobo” gaan over het zwerversleven: het woord Hobo in het Engels betekent zwerver) Onder het engelse woord Oboe zijn ook een aantal (persoonlijke) sites.
Veel gestelde vragen:
Klinkt een hobo van hout beter dan een kunststof hobo?
Veel belangrijker dan het materiaal is de vorm van de boring van het instrument en de plaatsing en wijdte van de toongaten. Zo zijn er kunststof hobo’s die beter klinken dan houten hobo’s. Het verschil in klank tussen houten hobo’s en kunststof hobo’s heeft meer te maken met het prijsklasse verschil: Een hobo klinkt beter en wordt duurder als hij beter wordt afgewerkt. De duurdere hobo’s zijn meestal ook van hout, en de bewerking van hout is duurder dan de bewerking van kunststof.
Kun je ook rietjes in de winkel kopen?
Er zijn in sommige muziekhandels rietjes te koop. Dit zijn machinaal afgewerkte rieten.
Rieten moeten aangepast worden bij de hobo en de embouchure en wensen van de bespeler.
Dit is bij deze rieten niet goed meer mogelijk (ze zijn al afgewerkt). Je zou bij zulke rieten eigenlijk moeten kunnen kiezen uit een stuk of vijf exemplaren, net zoals dat bij saxofoon en klarinet rieten gebeurt. Voor hobo rieten is dat echter een dure aangelegenheid. Veel beter is ze bij de hobodocent aan te schaffen of ze zelf te leren maken en afwerken. (Dat leer je ook op hoboles)
Kun je ook les krijgen op hobo d’amore of althobo?
Er zijn mensen die zich specialiseren in het bespelen van de hobo d’amore of de althobo.
Iedereen is echter begonnen op de hobo. De bespelers van de hobo d’amore of de althobo hebben dit instrument er dus meestal bij, naast hun hobo. Er zijn enkelen die geheel over schakelen op de hobo d’amore. Je hebt dan wel minder kans om met anderen samen te spelen, omdat er niet zoveel (ensemble) muziek is geschreven voor dit instrument.
Waar kan ik bladmuziek voor hobo kopen?
In de muziekwinkel is niet altijd een voorraad muziek voor hobo aanwezig. Je kunt er wel een catalogus doorkijken en bladmuziek bestellen, of het zelf rechtstreeks bestellen bij Broekmans en van Poppel in Amsterdam. In de muziekbibliotheek (o.a. Leeuwarden) is ook een aardige collectie hobomuziek. Leuk om eens te bekijken en te lenen. Zo kun je wat muziek uitproberen.
Welke c.d.’s zijn er met hobo muziek?
Bekende hoboïsten die c.d.’s hebben opgenomen zijn: Han de Vries, Bart Schneeman, Pauline Oostenrijk (Nederland), Heinz Holliger (Zwitserland), Pierre Pierlot (Frankrijk), Omar Zoboli (Italië) Bekende hoboconcerten zijn er o.a. van Bach, Händel, Albinoni, Haydn, Bellini,Mozart, Hummel, Richard Strauss, en naast veel baroksonates (o.a. van Bach, Händel, Telemann, Vivaldi) ook sonates (met pianobegeleiding) door Saints Saens, Hindemith, Schumann, Poulenc, Britten, enz.