Competent pianotalent bij Opus 3

DOKKUM – Muziekschool Opus 3 zorgt niet alleen voor degelijk ‘basis’-onderwijs in de regio, maar brengt ook talentvolle spelers naar de top, dat wil zeggen tot aan het begin van een conservatoriumopleiding.

Hoe hoog de top is, lieten pianoleerlingen van Monique van de Ven, Saskia Zoet en Vincent Grit vrijdagavond horen in de Grote Kerk in Dokkum.

Werd niet duidelijk, wie leerling was van wie, in het oog/oor sprong wel de bij ieder aanwezige muzikaliteit en instrumentale vaardigheid.

Veel leerlingen speelden hun compositie uit het hoofd en wie dat niet deed, keek slechts met een schuin oog naar de partituur om zich volledig te kunnen oriënteren op het klavier van de in de kerk aanwezige vleugel.

Deze werd door David de Vries als eerste bespeeld. Hij vertolkte ‘May be’ van Yruma en buitte daarin het melodische gegeven prachtig uit tegen een smaakvolle begeleiding en binnen een goed uitgekiende dynamiek.

Hester Schuil speelde vervolgens zeer beheerst ‘La marionette malade’ van Bohuslav Martinu. Ze bracht spanning aan, waar dat kon en sprong zorgvuldig om met de thematiek. Deze kwam ook goed uit de verf bij Sander Peters, die de ‘Nocturne opus 55 nr. 1’ van Chopin ten gehore bracht. Met tempo en temposchommelingen wist hij goed raad en het melodische materiaal, inclusief trillers, bracht hij allesbehalve pronkend aan de man.

In het programmatische werk ‘Butterflies and Hurricanes’ van Muse haalde Christiaan Posthumus alles uit het instrument om zo beeldend mogelijk te werk te kunnen gaan. Er was sprake van geheimzinnigheid, lieflijkheid en dreiging en vooral dat laatste ging gepaard met oorverdovende klanken, waarbij de handen zelfs over elkaar heen buitelden.

Op deze compositie moest een iets rustiger stuk volgen en ziedaar, Marije Groenwold zorgde ervoor. Zij voerde ‘Giorni Dispari’ van Ludovico Einaudi sfeervol en met smaak uit.

Enkele jazzstukken, fraai uitgevoerd door Hindry Schoonhoven(piano), Yaël Tieleman(contrabas) en Natalie Roux(zang), waren een welkome onderbreking te midden van de klassieke werken.

Deze kregen een voortzetting met een ‘Klassieke Medley’, gespeeld door Jesper-Jan Schaaf. Hij voelde zich helemaal thuis in de fragmenten van Chopin, Liszt en anderen, die hij kunstig aaneen wist te smeden en vol overtuiging neerzette.

Veel te beleven was er ook in ‘Andare’ van Einaudi. Daarin was Judith Peters nu eens poëtisch bezig, dan weer toccata-achtig actief.

Zeer verrassend was het virtuoze spel van Nieske Meindersma, die vooral met ‘Gitanerias’ van Lecouna de show stal en van een niveau, waarvan al zijn voorgangers nu nog dromen, was tenslotte het spel van Somar Sharbat, een oud-leerling van Opus 3, die in ‘La Soiree dans Grenade’ van Debussy bewees met recht te beschikken over een conservatoriumdiploma.

Tekst: Rennie Veenstra

Marije Groenwold:

Christiaan  Postumus:

 Sander Peters:

Hester Schuil:

David de Vries: